Koninklijke families zijn rijk, zo veel is duidelijk. Maar de ene koninklijke is natuurlijk rijker dan de andere.
Zo stelt het naar schatting ruim 400 miljoen euro tellende fortuin van de Britse koningin Elizabeth maar bitter weinig voor in vergelijking met wat sommige van haar collega’s op de bank hebben.
Koningin Elizabeth is wereldwijd weliswaar de bekendste koningin, zeker na de succesvolle Netflix-serie The Crown, maar de rijkste is ze allerminst.
Die kwalificatie is voorbehouden aan die koninklijke families met een nettowaarde die in de miljarden loopt, zoals prins Albert II van Monaco.
Bekijk hieronder de ranking van het netto vermogen van de tien rijkste Europese vorstenhuizen. Mind you: het netto vermogen (dus verrekend met schulden) is lastig te schatten – niet alleen zijn sommige families wat terughoudend in het verstrekken van financiële informatie, soms worden staatstoelagen tot het persoonlijke fortuin gerekend.
10. Koning Filip van België
Netto vermogen: 10,8 miljoen euro
Er is maar weinig bekend over de nettowaarde van koning Filip, maar in 2013 claimde de monarchie 10,8 miljoen euro waard te zijn.
Op Belgiës zogeheten civiele lijst staan alle uitgaven die koning Filip direct ontvangt, en dat was in 2013 ruwweg dat bedrag. En dat is exclusief aanvullende ondersteunende diensten die door de Belgische staat betaald worden.
Belgisch koninklijk vastgoed is ofwel staatseigendom of het wordt beheerd door de Koninklijke Schenking, een financieel onafhankelijk en autonoom publiek instituut. Eigendom van de instelling kan nooit verkocht worden.
9. Koning Felipe VI van Spanje
Netto vermogen: 16,7 miljoen euro
In 2015 sneed de koning van Spanje flink in het eigen vlees en bracht hij zijn salaris met 20 procent terug naar 223.380 euro vanwege de economische crisis. De koninklijke familie heeft acht koninklijke paleizen, vijf landhuizen en tien kloosters en abdijen. In 2015 kostte het koningshuis de Spaanse schatkist 16,7 miljoen euro.
8. Koning Harald V van Noorwegen
Netto vermogen: 25 miljoen euro
Koning Harald V betaalt niet alleen geen vermogensbelasting, de Noorse monarchie kost de staat in totaal 60 miljoen euro per jaar. In 2017 wees de Noorse regering het koningshuis om en nabij de 27 miljoen euro toe, en 12 miljoen voor de persoonlijke uitgaven van de koning en de koningin. En daarmee is het Noorse koningshuis goed voor een achtste plaats in de ranglijst.
7. Koningin Margrethe II van Denemarken
Netto vermogen: 33,4 miljoen euro
Sinds 1972 zwaait koningin Margrethe II de scepter over Denemarken. Naar verluidt toucheert de Deense koninklijke familie jaarlijks 1o miljoen dollar voor activiteiten van de koningin, het koninklijke huishouden en privé-uitgaven.
6. Koning Carl XVI Gustaf van Zweden
Netto vermogen: 58,4 miljoen euro
Koning Carl XVI Gustaf ontving in 2015 5,8 miljoen euro voor officiële taken. Datzelfde jaar ontving de administratie van het Paleis een zelfde bedrag.
Het geschatte netto vermogen van de koninklijke familie is inclusief het zomerpaleis Solliden aan de Oostzee.
5. Beatrix, Prinses der Nederlanden
Netto vermogen: 167 tot 250 miljoen euro
Prinses Beatrix deed in 2013 weliswaar afstand van de troon, ze blijft wel één van de meest prominente Oranjes van het Nederlandse vorstenhuis. De prinses ontvangt jaarlijks een salaris van 510.000 euro. Haar zoon koning Willem-Alexander ontvangt dit jaar een salaris van 902.000 euro. Let wel: dat is belastingvrij. Zijn echtgenote koningin Máxima krijgt beduidend minder en moet het met 358.000 euro doen.
Naast hun belastingvrije uitkering vangt het drietal ook onkostenvergoedingen. Willem-Alexander ontvangt 4,75 miljoen euro, Máxima 618.000 euro en Beatrix 1,5 miljoen euro. Het koningshuis staat in totaal voor 42,3 miljoen euro in de boeken voor 2018.
Veel bronnen stellen dat het vermogen van de Oranjes veel hoger ligt dankzij aandelen, waaronder in Royal Dutch Shell, maar daarover bestaat geen zekerheid. Weliswaar voert Shell het predicaat Koninklijk, maar dat zegt niets over de relatie dat een bedrijf heeft met de koning.
Het privé-vermogen van het koningshuis wordt door Quote geschat op 950 miljoen euro. De schatting hierboven van pakweg een kwart miljard euro komt van de Britse site Royal Central.
4. Koningin Elizabeth II van England
Netto vermogen: 418 tot 500 miljoen euro
Kunst, vastgoed en investeringen, dat vormt de nettowaarde van het Britse vorstenhuis.
Veel van die waarde is afkomstig uit het Kroondomein, waar Buckingham Palace en de kroonjuwelen onder vallen. Dit behoort echter toe aan de Britse staat. Wat ze dan weer wél heeft: Balmoral Castle en Sandringham Palace.
Koningin Elizabeth heeft een geschat privé-vermogen van 442,6 miljoen euro, aldus Forbes. In 2016 ontving de koningin 48,4 miljoen euro van de Britse belastingbetaler, daarnaast genoot ze nog een slordige 16,7 miljoen aan inkomsten uit vastgoedverhuur.
3. Prins Albert II van Monaco
Netto vermogen: 830 miljoen euro
Prins Albert II van Monaco bezit naar verluidt een kwart van het land dat hij bestuurt, het huis van zijn moedert Grace Kelly dat hij in 2016 kocht voor een slordige 630 duizend euro, een verzameling antieke auto's, aandelen in het resort Société des Bains de Mer in Monte Carlo en (jawel, ze bestaan nog) een zeer prijzige postzegelverzameling.
Waar doet de man het van? In 2015 gaf Monaco 43,4 miljoen euro uit aan het vorstenhuis.
2. Groothertog Henri van Luxemburg
Netto vermogen: 3,3 miljard euro
De groothertogelijke familie van Luxemburg ontvangt geen salaris, maar krijgt sinds 1948 jaarlijks 271.356 toegeschoven om allerlei functies te vervullen. Voor 2017 stond er in de Luxemburgse begroting 10 miljoen euro gereserveerd voor het huishouden van de groothertog. Eigenaarschap, administratie, controle en inkomsten uit het privé-fortuin van het vorstenhuis zijn exclusief voor de groothertog weggelegd in de Luxemburgse begroting.
1. Prins Hans Adam II van Liechtenstein
Netto vermogen: 4,1 miljard euro
Prins Hans Adam II van Liechtenstein doet onbetaald werk en krijgt geen salaris. Wel ontvangt hij een onkostenvergoeding van 226.100 euro.
An sich een bescheiden, zo niet magertjes, bedrag in vergelijking met Hans' collega's elders in Europa, maar het vorstenhuis is goed voor 4,1 miljard euro. En dat niet in de laatste plaats dankzij LGT Group, de private bank van het vorstenhuis, en de investeringen van de Prins van Liechtenstein Stichting. Deze laatste gaat over het vastgoed, wijn en bosbeheer.